Hoe lang blijf ik nog op deze plek?

Veel leiders vragen zich vroeg of laat af: hoe lang blijf ik nog op deze plek?
En wanneer is het juiste moment om op te zeggen?
Het is een ongemakkelijke vraag, maar wel een die ertoe doet.

Een vraag die deze dagen in de politiek speelt, maar die ook in organisaties vaak voorkomt.
Die niet altijd makkelijk te beantwoorden is, blijkt in de praktijk.

Want waar trek je de grens als leider en leg je je functie neer?

In mijn gesprekken met leiders is duidelijk dat een belangrijke reden om te stoppen is wanneer je als leider zelf de grootste belemmering bent geworden voor verdere groei van de organisatie.
Bijvoorbeeld: je hebt het bedrijf groot gemaakt als oprichter, maar de fase van volwassenheid vraagt nu om ander leiderschap.
Leiderschap waarvan je weet dat jij het niet kunt bieden.

Ook moet je stoppen wanneer de koers structureel botst met jouw morele kompas.
Als je geen geloof meer hebt in de richting die het bedrijf opgaat.

Natuurlijk: je moet je als leider aanpassen.
Maar daaraan zit een grens.
Als je steeds A moet zeggen, maar B voelt, dan merkt iedereen dat.
Het vertrouwen in jou als leider neemt af.

Dit klinkt misschien als een duidelijke zaak, maar vaak blijven leiders lang hangen in een grijs tussengebied.

Ze weten dat ze niet meer passen, maar de loyaliteit aan het bedrijf, het team of het eigen verleden maakt dat ze blijven om ‘continuïteit te bieden.’

Maar als leider maskeer je daarmee een dieper ongemak: je voelt dat je niet meer past, en dat kan aanvoelen als falen.

Ondertussen voelen medewerkers haarfijn aan dat er iets schuurt of dat je als leider niet meer past.
Dat kost energie, tast vertrouwen aan en maakt het moeizaam om de organisatie succesvol te laten zijn.

Zo begeleidde ik een directeur die zijn bedrijf had groot gemaakt van 10 naar 250 medewerkers. Hij was loyaal, bevlogen en hield enorm van zijn mensen. Maar hij voelde ook: de organisatie is mij voorbij gegroeid.
Toch bleef hij zitten, uit zorg om zijn team.

Het gevolg?

Hij raakte vermoeid, beslissingen stokten, medewerkers klaagden over onduidelijkheid.
Pas toen hij de moed had zijn plek vrij te maken, kwam er ruimte voor nieuw leiderschap én hervond hij zelf zijn energie.

Daarom zeg ik vaak: leid met de mindset dat je er altijd uit kunt stappen.
Dat je morgen kunt zeggen ‘ik stop’.

Dan blijf je handelen vanuit vrijheid in plaats van angst en doe je wat echt moet gebeuren.
Je bent onafhankelijker, scherper en authentieker.

En soms betekent dat ook: je plek vrijmaken.
Wel met een goede overdracht, niet door de boel in chaos achter te laten.

Goed leiderschap gaat niet alleen over leiden, het gaat ook over weten wanneer je moet stoppen.
Dat is geen falen.
Dat is verantwoordelijkheid nemen over jezelf, en over de organisatie.

Het mooiste wat je dan kunt doen, is je plek vrijmaken voor iemand anders die het stokje overneemt.
Ook dat is goed leiderschap.

Wat herken jij?

Contact met de talentenleider

    Gerelateerde artikelen

    Door de site optimaal te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. Meer informatie

    De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

    Sluiten