Veel van de leiders die ik begeleid zijn van het type: schouders eronder en doorpakken.
Ze lijken onvermoeibaar.
Altijd aan het werk, altijd maar door.
Ze draaien hun hand er niet voor om om ’s avonds nog even door te trekken en plakken ook in het weekend uren aan hun werkweek.
Zelfs als er privé iets naars gebeurt (een overlijden, een scheiding, ziekte), is er weinig adempauze.
Ze staan áán en je kunt áltijd op ze bouwen.
En daar zijn ze ook best trots op.
Geen gezeur, handen uit de mouwen.
Ja, het is een prachtige eigenschap.
Maar het is ook een enorme valkuil.
Want als leiders dit jarenlang doen, lopen ze niet alleen het risico opgebrand te raken, ze raken ook steeds verder verwijderd van hun leiderschap en van hun eigen kompas.
Ze voelen niet meer wie ze zelf in essentie zijn en wat ze willen.
En dat maakt hen paradoxaal genoeg een minder goede leider.
Wanneer je altijd gericht bent op de vragen, behoeften en verwachtingen van anderen, is er weinig ruimte om te voelen wat jij nodig hebt.
En als je er al aan toekomt jezelf de vraag te stellen, wat wil ik eigenlijk zelf?, dan blijft het vaak stil van binnen.
Onder dat altijd-maar-doorgaan-gedrag ligt meestal iets diepers.
Een oud patroon dat hen al heel lang heeft gediend:
“Als ik doorga, als ik voldoe, als ik nooit teleurstel… dan word ik niet afgewezen.”
De angst om ‘nee’ te zeggen, om te vertragen of iemand teleur te stellen, maakt dat ze blijven doorrennen.
Kloppen ze bij mij aan, dan is de eerste stap bijna altijd dezelfde: ruimte creëren.
Uitzoomtijd!
Bijvoorbeeld op vrijdag alle afspraken uit de agenda te halen.
Geen mails of telefoons beantwoorden.
Zodat ze zich volledig op de vraag kunnen richten: Wat is nu echt van mij? Wat vraagt mijn rol? Wat wil ik als leider brengen?
Maar laat ik eerlijk zijn: dát is alleen de eerste stap.
Rust en ruimte inbouwen is nodig, maar dan begint het echte werk pas.
Het doorbreken van dat oude patroon.
Het ontwikkelen van nieuw gedrag dat niet voortkomt uit ‘overleven’, maar uit leiderschap.
Leren om keuzen te maken, prioriteit te geven aan wat echt past bij jouw positie, om niet alles te dragen en om jezelf mee te nemen in plaats van te vergeten.
Dat is geen quick fix.
Dat vraagt tijd, moed en herhaling.
En het vraagt iemand die met je meekijkt voorbij het zichtbare gedrag, naar de laag eronder.
Want dáár zit de verandering die echt houdbaar is.
Heel onwennig… maar ook vaak een enorme opluchting.
Wat herken jij?