Er is een taboe dat ik graag bespreekbaar maak.
Omdat het aan de orde van de dag is.
Een taboe dat voor iedere vrouwelijke leider herkenbaar is.  

Namelijk:

de meeste kritiek of tegenwerking die je als vrouw ontvangt op de werkvloer, komt van andere vrouwen.  

En misschien doe je het zelf ook (stiekem), andere vrouwen extra kritisch beoordelen.
Vooral als ze succesvol zijn. 

Ook ik ontvang weleens kritische opmerkingen.
En ja, die komen dan van vrouwen. 

Vaak heeft dat te maken met mijn keuze om zichtbaar te zijn en op te vallen.
Dat past bij wie ik ben en bij mijn ambities.

Sommigen zien dat als onbescheiden.
Die afkeuring voel ik.
Maar ik vind oprecht dat vrouwen zichzelf meer mogen positioneren en meer zichtbaar mogen zijn, dus ik weiger me vanwege afkeuring aan te passen.  

Ik schrijf hierover omdat ik laatst een artikel las in het FD: ‘Vrouwen genoeg maar de Zuidas blijft een mannenbolwerk’.

Dat artikel beschrijft dat er nog altijd weinig vrouwen in topposities zitten.
Allerlei redenen worden genoemd, zoals de tachtig-urige werkweken, gebrek aan deeltijd mogelijkheid, het nog altijd overheersende masculiene beeld van leiderschap…. 

Wat niet wordt genoemd maar minstens een even grote barrière vormt, zijn de vrouwen zelf. 
De tegenwerking die zij van elkaar ervaren. 

Terwijl juist dat iets is dat voortdurend terugkomt in de gesprekken die ik voer met vrouwelijke leiders.  

Vrouwen beconcurreren elkaar kapot en achter elkaars rug bestempelen ze elkaar als niet-competent.
Vrouwen helpen elkaar niet om te groeien maar zeggen bijvoorbeeld: ,,Dat zij zoveel voor elkaar krijgt komt vast omdat de hoogste baas verliefd op haar is.” (Iets dat ook tegen mij werd gezegd…) 

Vaak komt dit voort uit schaarste.
Er zijn weinig posities en dus voelen vrouwen zich bedreigd als een andere vrouw eruit springt of het heel goed doet.  

Als jij de ambitie hebt om door te groeien naar de top, zal je dit herkennen. 

Daar ligt ook precies een grote kans voor vrouwen: 

• Stop met jezelf te vergelijken met anderen en focus op je eigen kwaliteiten, zet die continu in en maak die zichtbaar.  
• Laat je stoelpoten niet afzagen, maar blijf staan voor datgene waar je voor staat.  
• Laat je niet verleiden tot haantjes gedrag, excelleer juist vanuit je authentieke leiderschap en wees complementair aan de overige MT of DT leden.  

Dit levert zowel de leiders als de organisatie meer op dan ingewikkeld concurrentie gedoe.